Ik ontwerp vanuit mijn opvattingen over wat een tuin hoort te zijn: een tuin is in de eerste plaats groen!

 

Een architectonisch aangelegde tuin met terrassen, muurtjes, trappen, waterelementen, vlonders en dergelijke kan heel mooi zijn. Maar wanneer dit materiaalgebruik de overhand heeft mist de tuin beleving. Beleving van de seizoenen. Zien,  ruiken en voelen hoe bomen, heesters en planten door het jaar heen veranderen. Beleving van vogels, vlinders en andere dieren in de tuin. Prikkeling van de zintuigen met kleuren en geuren, met beplantingsvormen. In elk seizoen wat te zien. Dit vraagt om trefzeker componeren met beplanting. 

 

Bij het ontwerpen van een tuin gaat het er om te denken vanuit het bijzondere van de plek, en zeker niet om het telkens toepassen van hetzelfde kunstje. Elke tuin heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen. Die worden bepaald door de afmeting, de directe omgeving, de aanwezige bebouwing, de bezonning, eventuele hoogteverschillen, de bodemgesteldheid en dergelijke.  De bijzondere omstandigheden van een tuin zijn altijd de basis voor het ontwerp; dit moet vanzelfsprekend en functioneel zijn, en er tegelijk voor zorgen dat de tuin boeiend en spannend is. En altijd staan de wensen van de klant voorop. 

 

Een tuin is een landschap in het klein. Met groene ruimten, uitzichten, met routes en met plekken om te ontspannen. Met een afwisseling van hoge en lage beplanting, van openheid en beslotenheid. Het is de uitdaging om deze elementen in het juiste evenwicht toe te passen. Ongeacht of een tuin groot of klein is en of je er wel of niet graag in werkt.